Opdracht 1: Wat doet dat kriebeldiertje nu?

Neem onderstaande instructie mee naar buiten zoals de tuin en/of het bos en/of de straat en vertel ze aan de kinderen.

Instructie:

1. Ga samen opzoek naar 5 verschillende diertjes (slak, worm, lieveheersbeestje, spin en mier).

2. Vergeet geen 5 potjes met gaatjes mee te nemen en een lepel/ schop om de dieren op de graven.

3. Wanneer je de 5 dieren verzameld hebt, neem je deze mee naar huis.

Benodigdheden:

· Blad papier (kijk zeker eens in de papierbak thuis)

· Potgrond/ aarde + een leeg glas

· Afbeelding spinnenweb  of tekening van een spinnenweb

· Stuk blaadje van een boom/ struik, stukje brood, stukje koek

Wanneer je de verschillende benodigdheden klaar genomen hebt (met behulp van je kind), kunnen we starten met de waarneming. Stel veel vragen (Wat zie je vooral? Wat doet het dier?).

1. Slak:

Neem de slak uit het potje en leg het neer op het blad papier. Bekijk het spoor van de slak.

2. Worm:

Neem wat potgrond/ aarde en doe deze in een leeg glas. Het beste is dat je de aarde niet te hard aandrukt zodat de worm gemakkelijk een weg kan maken.

3. Lieveheersbeestje:

Hierbij hoef je het lieveheersbeestje niet uit het potje te nemen. De kans is groot dat het dan gaat gaan vliegen. Kijk naar hoe het beestje eruit ziet. Welke kleur heeft het? Hoeveel telt het lieveheersbeestje?

Extra: De stippen op een lieveheersbeestje geven niet weer hoe oud het diertje is, maar laat zien tot welke soort het behoort.

4. Spin:

Leg de afbeelding van het spinnenweb op de tafel. Zet de spin op de afbeelding. Dit kan je ook eventueel buiten doen, moest je bang hebben dat de spin zou ontsnapt. Blijft de spin zitten? Maakt het zelf een web?

5. Mier:

Hierbij hoef je ook niet de mier uit het potje te nemen. Wist je dat een mier het sterkste dier ter wereld is? Ze kunnen 10 tot 50 keer hun eigen lichaamsgewicht dragen. Dit is wel afhankelijk van de soort. Dit gaan we eens testen. Doe als eerste het blaadje in het potje. Wat doet de mier? Hierna doe je het brood erin. Je kijkt terug naar wat de mier doet. Als laatste leg je het stukje koek in het potje

Opdracht 2: Mijn straat is de leukste!

We dagen de kinderen (en ouders) uit om zo veel mogelijk naar buiten te gaan. Er zijn verschillende opdrachtjes die je kan doen. Hieronder kan je uit de volgende opdrachtjes kiezen.

1. Wat zie ik allemaal in mijn straat?

Hierbij heb je de afvinklijst en een potlood nodig.

Het beste is dat je in je straat gaat wandelen en zoekt naar de dingen die op de lijst staan. Ben jij ook zo benieuwd naar wat er allemaal aanwezig is in je straat?

2. Bond zonder naam!

Hierbij heb je papier en potloden/ stiften nodig.

Heel wat mensen moeten thuis werken, maar er zijn een aantal mensen die wel moeten werken. Hierdoor hebben zij de kans om sneller ziek te worden omdat zij niet thuis kunnen blijven. Bij deze willen we deze mensen graag bedanken. Om de site van bond zonder naam staan heel wat spreuken die je hierbij kunnen helpen. Wil jij graag een tekening/ tekstje maken voor de verzorgers, postbodes, dierenartsen, winkels, apotheken, krantenwinkels. Deze kan je nadien aan je raam hangen zodat iedereen het kan zien!

3. Wat een leuk/ gek huis!

Ga de straat op en zoek een leuk/ gek/ mooi huis uit. Hoe ziet het huis eruit? Hoeveel ramen heeft het? Welke kleur heeft het? Deze kan je eventueel noteren zodat je het niet vergeten bent voor straks. Je kan er eventueel een foto van nemen zodat je deze nadien kunt gebruiken om er terug naar te zien.

Wanneer je terug thuis bent, ga je thuis opzoek naar loose parts. Huh, loose parts? Kijk eens bij extra. Daar vind je informatie terug over loose parts.

Probeer het gekozen huis na te maken met de materialen die je verzameld hebt. Wanneer dit te moeilijk is om te straten, kan je (als ouder) het huis zelf tekenen zodat ze een basis hebben (zoals een vierkant en driehoek). Kijk zeker eens terug naar je notities die je genomen hebt. En vergeet zeker geen foto te trekken van het gemaakte huis.

Extra:

Loose parts zijn mooie gevonden voorwerpen en materialen die kinderen kunnen bewegen, manipuleren, controleren en veranderen tijdens het spelen. Ze kunnen de materialen combineren, herschikken, uiteen zetten en samen zetten en verbinden.

Loose parts zijn materialen die je thuis hebt liggen maar eigenlijk zelden/ niet meer gebruikt. Dit kunnen knopen, wasknijpers, elastiekjes, parels, dopjes van flessen, kapstokken, stenen, schelpen, kurken, kroonkurken, centjes, wol, … zijn.

Opdracht 3: Je voelt het en je kan het ook zien…?

Ook hier dagen we jullie uit om naar buiten te gaan. Hieronder vind je verschillende spelletjes die je kunt doen.

1. Bellen blazen met zeep

Hierbij heb je een kom nodig waar je water en zeep in kunt doen. Vergeet ook geen rietje om bellen te blazen. Meng het water en de zeep goed zodat je schuim hebt.

Nadien mag je met een rietje in de kom blazen. Probeer eerst zacht te blazen en daarna hard. Wat gebeurt er nu?

2. Vlieger gemaakt van een ballon

Hierbij hebt je een ballon, touw, stift, een rietje, wasknijper en plakband nodig.

Blaas de ballon op. Als het niet lukt, kan je het aan je mama/ papa vragen. Je maakt geen knoop in de ballon maar houdt deze dicht met en wasknijper. Daarna kan je een raket tekenen op je ballon. Zo lijkt het dat je een raket laat vliegen. Nadien steek je het touw door het stukje rietje en hang je het rietje vast aan de zijkant van de ballon. Dit kan je samen met mama/ papa doen. Je kan hiervoor naar de afbeelding kijken. Nadien maak je het touw vast aan twee uiteinden (zoals 2 bomen). Je houd de ballon vast aan één van de twee kanten. Je haalt de wasknijper eraf en kijkt hoe het ‘raket’ wegvliegt.

3. Bewegen door de wind

Hierbij heb je een stok, stof/ crêpe-papier/ kranten nodig.

Neem de kranten/ stof/ crêpe-papier. Knip er lange repen van ongeveer 3 centimeter van. Als dit te moeilijk is, kan je (als ouder) strepen zetten zodat ze weten waar ze moeten beginnen. Knip er een stuk of 3. Als je te veel repen hebt, kan het zijn dat het niet lukt. Nadien knoop je de stukken stof vast aan de stok. Trek naar buiten en laat de wind met de lintjes dansen! Is er geen wind? Geen probleem! Loop en je zal zien dat de lintjes zullen bewegen.